VAKnieuws 2018

sorteer op datum sorteer op nummer  
 
18082

Uitbetalingsplicht voor werkgever bij opname vakantiedagen na einde wachttijd

Rechtbank Noord-Holland, 18-01-2018 ECLI:NL:RBNHO:2018:2766
Jurisprudentie - Geschilbeslechting
Ziekte
Ontslag en ontbinding
7:629 BW, 7:639 BW
Rechtsvraag

Heeft werknemer recht op betaling van loon over vakantiedagen die zijn opgenomen nadat het dienstverband door arbeidsongeschiktheid was beëindigd?

Overweging

Ja. Naar het oordeel van de kantonrechter brengt de strekking en bedoeling van artikel 7:639 lid 1 BW en een uitleg van dat artikel conform Richtlijn 2003/88/EG, mee dat werknemer aanspraak heeft op doorbetaling van loon over de door hem opgenomen vakantiedagen. Daaraan doet niet af dat hij die vakantiedagen heeft opgenomen in een periode waarin de loondoorbetalingsverplichting tijdens ziekte op grond van artikel 7:629 BW al was geëindigd. Het eindigen van de loonbetalingsverplichting tijdens ziekte kan - ook gelet op de hiervoor weergegeven wetsgeschiedenis - immers niet afdoen aan het recht voor arbeidsongeschikte werknemers om vakantiedagen tijdens ziekte te kunnen opnemen, met name in verband met een vrijstelling van re-integratieverplichtingen. Immers, de re-integratieverplichtingen van werknemer en werkgever op grond van de artikelen 7:658a en 660a BW blijven grotendeels bestaan, ook na afloop van de loondoorbetalingsverplichting tijdens ziekte als bedoeld in artikel 7:629 BW. Aangenomen moet dus worden dat de wetgever ook voor die situatie met artikel 7:639 lid 1 BW heeft beoogd om een werknemer een aanspraak te geven op vakantie met behoud van loon. Verder brengt de rechtspraak van het HvJ EU mee dat werknemer bij het opnemen van zijn vakantie tijdens arbeidsongeschiktheid moet worden geplaatst in een situatie die qua beloning vergelijkbaar is met gewerkte periodes. In dergelijke gewerkte periodes is uiteraard steeds sprake geweest van betaling van loon. Ook daaruit volgt dat over de door werknemer opgenomen vakantiedagen loon moet worden betaald.


Binnenkort:
Concurrentiebeding
 
18092

Ernstig verwijtbaar handelen werkgever in 'reorganisatie', geen sprake van serieus herplaatsingsonderzoek, toekenning billijke vergoeding van € 530.000 bruto

Rechtbank Noord-Holland, 16-01-2018 ECLI:NL:RBNHO:2018:310
Jurisprudentie - Human Resource
Arbeidsrecht
Ontslagrecht
Samenvatting

Werknemer is op 19 maart 2012 bij Idexx in dienst getreden als VP General Manager. Idexx heeft werknemer op 9 november 2016 meegedeeld dat zijn functie als gevolg van een reorganisatie komt te vervallen, waarna werknemer per direct is vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden. Idexx heeft werknemer op diezelfde dag een vaststellingsovereenkomst ter beëindiging van de arbeidsovereenkomst voorgelegd en werknemer vier dagen de tijd gegeven hierop te reageren. Toen werknemer de vaststellingsovereenkomst niet wilde tekenen, heeft Idexx het UWV om toestemming gevraagd de arbeidsovereenkomst op te mogen zeggen, waarna het UWV op 30 mei 2017 de gevraagde toestemming verleende, waarna Idexx heeft de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd. Werknemer stelt het UWV Idexx de toestemming niet had mogen geven, nu het ontslag een redelijke grond ontbeert, omdat geen sprake is van een reorganisatie. Werknemer stelt tevens dat Idexx haar herplaatsingsplicht heeft geschonden door hem niet te plaatsen in de functie, die op dit moment VP-CAG Commercial Europe wordt genoemd en vordert een billijke vergoeding van € 928.600 bruto.

 

De kantonrechter oordeelt dat er geen sprake is geweest van een serieus herplaatsingstraject. Dat Idexx reeds voordat zij werknemer boventallig heeft verklaard, de herplaatsingsmogelijkheden heeft onderzocht, is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende gebleken. Desgevraagd is namens Idexx immers verklaard dat aanleiding voor het boventallig verklaren van werknemer op 9 november 2016 het vertrek van leidinggevende was. Dat vervolgens in een dag tijd de herplaatsingsmogelijkheden van werknemer zijn onderzocht is onaannemelijk. Dat de functie Head of CEE niet passend zou zijn geweest voor werknemer is ook onvoldoende gebleken. De kantonrechter kan zich ook niet aan de indruk onttrekken dat Idexx deze functie heeft laten vervallen en dat vervolgens de functie VP Commercial Europe is gecreëerd, waarbij juist het accent werd gelegd op onderdelen waarop de ervaring werknemer tekortschoot. Vast staat dat werknemer in ieder geval tot september 2016 altijd uitstekend heeft gefunctioneerd en ook Idexx noemt werknemer een 'High Potential'. Dat Idexx onder die omstandigheden werknemer een dag na het aangekondigde ontslag van zijn leidinggevende heeft aangezegd dat zijn arbeidsovereenkomst zal komen te eindigen, hem per direct op non-actief heeft gesteld en aanvankelijk slechts vier dagen de tijd heeft gegeven een vaststellingsovereenkomst te tekenen, is een ernstige schending van goed werkgeverschap en valt Idexx zwaar aan te rekenen. Er bestond geen enkele noodzaak om per direct het besluit te nemen de functie van werknemer te laten vervallen en evenmin om hem zonder enige aanleiding op non-actief te stellen. Dit alles tezamen maakt dat er naar het oordeel van de kantonrechter sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten. Onder die omstandigheden is herstel van de arbeidsovereenkomst in redelijkheid niet meer mogelijk. Het verzoek van werknemer om toekenning van een billijke vergoeding van €  530.000 bruto wordt toegewezen.


Advies aan HR: Goed om te weten
 

VAKnieuws is een initiatief van en wordt u aangeboden door centrum permanente educatie.


VAKnieuws houdt u middels praktische en uitgekiende samenvattingen op de hoogte van belangrijke juridische ontwikkelingen. Al het vaknieuws wordt met uiterste zorg samengesteld. De samenstellers, makers en centrum permanente educatie zijn niet aansprakelijk voor enigerlei schade als gevolg van het gebruik van dit vaknieuws.